marketen
- mar·ke·ten
- uit het Engels
marketen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
marketen |
markette |
gemarket |
zwak -t | volledig |
- actief en planmatig proberen een product onder de aandacht van consumenten te brengen en te verkopen
- ▸ ,,We hebben enkele jaren terug een speciale regeling gesloten met politiek en toezichthouders," vertelt Bengtsson. ,,Wij zullen onze online sites niet actief marketen in Nederland en de overheid zorgt dat er een licentiesysteem komt om het internetgokken te reguleren."[1]
- Het woord marketen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "marketen" herkend door:
58 % | van de Nederlanders; |
40 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Weblink bron David Bremmer“Buitenlandse online casino's eisen snelle legalisering internetgokken” (10-01-2017), Tubantia
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be