Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mar·ke·ten
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels

Werkwoord

marketen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
marketen
markette
gemarket
zwak -t volledig
  1. actief en planmatig proberen een product onder de aandacht van consumenten te brengen en te verkopen
     ,,We hebben enkele jaren terug een speciale regeling gesloten met politiek en toezichthouders," vertelt Bengtsson. ,,Wij zullen onze online sites niet actief marketen in Nederland en de overheid zorgt dat er een licentiesysteem komt om het internetgokken te reguleren."[1]
Synoniemen
Hyponiemen


Gangbaarheid

58 % van de Nederlanders;
40 % van de Vlamingen.[2]


Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    David Bremmer
    “Buitenlandse online casino's eisen snelle legalisering internetgokken” (10-01-2017), Tubantia
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be