manducar

Spaans

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Woordafbreking

• man·du·car

stamtijd
infinitief	verleden tijd	voltooid deelwoord
manducar	manducaba	manducado
	volledig

Werkwoord

manducar

1. onovergankelijk bikken, schransen, eten
2. overgankelijk opschrokken, naar binnen werken

Synoniemen

• [1] comer

Verwijzingen

• manducar in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española