• man·da
enkelvoud meervoud
manda mandas

manda v

  1. (juridisch) legaat, testamentaire beschikking
vervoeging van
mandar

manda

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van mandar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van mandar