• mal·le·moer
enkelvoud meervoud
naamwoord mallemoer mallemoeren
verkleinwoord

de mallemoerv

  1. (informeel) helemaal niets
  • daar snap ik geen mallemoer van
daar snap ik helemaal niets van
  • naar zijn mallemoer gaan
helemaal kapot gaan, naar de bliksem gaan, naar de knoppen gaan, naar zijn grootje gaan, naar de verdommenis gaan
  • Een klap voor het groene buitengebied en hoe duurzaam is duurzaam als de ultrahoge molens de aanblik van het landschap naar de mallemoeren helpen? Windmolens zouden onbespreekbaar moeten zijn in een stad die terecht prat gaat op haar fraaie, groene buitengebied. Friesland als afschrikwekkend voorbeeld: laten wij hier alsjeblieft niet dezelfde fout gaan maken als in Friesland, waar windmolens het landschap sterk aan schoonheid hebben doen inboeten. In zo’n mate dat de toeristische sector zich ernstig zorgen maakt.[2]
  • Waar het boek in tekortschiet is de analyse en onderbouwing van de beweringen. Klaver zou wat dat betreft baat hebben van het recente boek De prijs van gelijkheid van de Nederlandse Piketty, Bas Jacobs. Daar wordt, met feiten ondersteund, precies uitgelegd hoe je rechtvaardiger kan belasten door de rijksten harder aan te pakken terwijl je de economie zo min mogelijk naar de mallemoer helpt. Belangrijk is namelijk wel dat je je het als samenleving moet kunnen veroorloven om ‘leuke dingen’ voor mensen te willen. Dit vereist economische groei waar Klaver tegen is. Overigens moet die groei ook duurzaam zijn en het is jammer dat het boek niet aangeeft hoe je de richting van economische groei kan ombuigen naar schonere en meer kennisintensieve activiteiten.[3]
96 % van de Nederlanders;
70 % van de Vlamingen.[4]
  1. mallemoer op website: Etymologiebank.nl
  2. Tubantia 25-10-2016
  3. NRC Rick van der Ploeg 21 september 2015
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be