• ma·lee

malee m

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) vol, volledig (alleen in onderstaande verbinding)


vervoeging van
malear

malee

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van malear
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van malear
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van malear