Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ma·lee
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

malee m

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) vol, volledig (alleen in onderstaande verbinding)
Typische woordcombinaties

Gangbaarheid

Verwijzingen


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
malear

malee

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van malear
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van malear
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van malear