makkie
- mak·kie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | - | - |
verkleinwoord | makkie | makkies |
het makkie o dim. tant.
- een zaak waar men gemakkelijk van afkomt
- Je dacht zeker dat het een makkie zou wezen?
- ▸ Dus nu zou het zwemmen worden, daar liep het altijd op uit. Eerst zou Tarzan een beetje aan lianen slingeren tot hij bij een rivier of meer kwam, waar hij in dook en wegzwom van de krokodillen alsof het een makkie was.[1]
- Het woord makkie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "makkie" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044632767
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be