Engels

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
  • Een samenstelling van Mag (een afkorting van Margaret, waarmee men een kletskous aanduidde) en pie (een verouderd woord voor "ekster", ontleend aan het Oudfranse pie).
enkelvoud meervoud
magpie magpies

Zelfstandig naamwoord

magpie

  1. (zangvogels) ekster
  2. (zangvogels) Australian ~; zwartrugfluitvogel