maften
- Geluid: maften (hulp, bestand)
- IPA: / ˈmɑftə(n) / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈmɑftə(n)/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈmɑftə(n)/
- maf·ten
vervoeging van |
---|
maffen |
maften
- meervoud verleden tijd van maffen
- Wij maften.
- Jullie maften.
- Zij maften.
- Wij maften.
- Het woord maften staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.