• ma·cra·mee·en
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
macrameeën
macrameede
gemacrameed
zwak -d volledig

macrameeën

  1. overgankelijk decoraties of weefsels maken door het met de hand knopen van draden
    • Bij de cursus macrameeën heeft ze een plantenhanger gemaakt.