macrameede
- Geluid: macrameede (hulp, bestand)
- ma·cra·mee·de
vervoeging van |
---|
macrameeën |
macrameede
- enkelvoud verleden tijd van macrameeën
- Ik macrameede.
- Jij macrameede.
- Hij, zij, het macrameede.
- Ik macrameede.
vervoeging van |
---|
macrameeën |
macrameede