maakte leeg
- Geluid: maakte leeg (hulp, bestand)
- maak·te leeg
vervoeging van |
---|
leegmaken |
maakte leeg
- enkelvoud verleden tijd van leegmaken
- Ik maakte leeg.
- Jij maakte leeg.
- Hij, zij, het maakte leeg.
- Ik maakte leeg.
- Het woord maakte leeg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.