Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • maai·de gras
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
grasmaaien

maaide gras

  1. enkelvoud verleden tijd van grasmaaien
    • Ik maaide gras. 
    • Jij maaide gras. 
    • Hij, zij, het maaide gras. 


Gangbaarheid