Nederlands

 
grasmaaien
Uitspraak
Woordafbreking
  • gras·maai·en
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

grasmaaien [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
grasmaaien
maaide gras
grasgemaaid
zwak -d volledig
  1. gras korter maken
    • Kinderen van 9 jaar en ouder kunnen: wasmachine of droger bedienen, wasgoed ophangen, stofzuigen, dweilen, ramen zemen, grasmaaien, boodschappen doen, schoenen poetsen, kattenbak/konijnenhok etc. verschonen.[2] 
    • Grasmaaien als straf voor verkrachting. Het komt in geen enkel Keniaans wetboek voor. Toch was dat de maatregel die de politie voldoende achtte als genoegdoening voor het slachtoffer, een meisje van zestien, dat aangifte had gedaan van verkrachting door zes mannen. Voor vrouwen in Kenia is de zaak hiermee echter niet afgedaan.[3]  
Hyperoniemen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Groothuis, Diet
    Het grote poetsboek 2016 ISBN 978-90-450-2940-5 pagina 209
  3. Volkskrant KEES BROERE 18 november 2013
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be