maïzenapuddingen
- Geluid: maïzenapuddingen (hulp, bestand)
- IPA: /maiˈzenaˌpʏdɪŋə(n)/
- maï·ze·na·pud·din·gen, ma·ize·na·pud·din·gen
- maïzenapudding met uitgang -en
de maïzenapuddingen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord maïzenapudding
- Het ergste vind ik echter de in elkaar gezakte maïzenapuddingen. [1]
- maizenapuddingen (andere uitspraak)[2]
- Het woord 'maïzenapuddingen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Borel, H."Haagsche Causerieën." in: Soerabaijasch Handelsblad jrg. 80 nr. 207 (10 september 1932); p. 1 kol. 5; geraadpleegd 2017-01-04
- ↑ Zie taaladvies Onze Taal