Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • maïs·kuil
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de maïskuilv / m

  1. een voederkuil met maïs bestemd voor veevoeding (koeien)
    • De maïskuil wordt begin oktober samengeperst door middel van een zware trekker. 
Synoniemen
Hyperoniemen