Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lucht·vrees
enkelvoud meervoud
naamwoord luchtvrees
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de luchtvreesv / m

  1. (medisch) een ziekelijke afkeer van luchtstromen of frisse lucht
    • Hydrofobie of watervrees is een klassiek symptoom van een rabiësinfectie, evenals luchtvrees (angst voor luchtstromen) en, naarmate de ziekte voortschrijdt, een onbeheersbare neiging om te bijten. [1] 
    • Als een frissche wind moesten nieuwe begrippen van zindelijkheid en hygiëne door de massa van het volk gaan om de oude sleur van water-, zeep- en luchtvrees voor zich weg te vagen. [2] 
    • Veeleer is het de ingeburgerde verweekelijking, de water- en luchtvrees, die ons alle weerstandsvermogen doet verliezen, ons vatbaar maakt voor aandoeningen der luchtwegen. [3] 
Vertalingen


Verwijzingen

  1. Barbara Natterson-Horowitz, Dierenbrein & mensenlijf, 2013
  2. Tijdschrift voor sociale hygiene, 1911
  3. De Hollandsche Revue, 1914