Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • long·stay·er
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels
enkelvoud meervoud
naamwoord longstayer longstayers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de longstayerm

  1. patiënt die langdurig in een psychiatrische inrichting of tbs-kliniek verblijft
  2. iemand die ergens langdurig verblijft
     Opvang in wat hij een campus noemt kan daar een eind aan maken. Arbeidsmigranten mogen er maximaal anderhalf jaar wonen. Daarna kunnen ze terug naar hun eigen land of longstayer worden, wat betekent dat ze een aanvraag doen voor reguliere woonruimte.[1]
     De trap naar de grote benedenzaal staat vol met wachtenden. Een spandoek verraadt een bijeenkomst van een autorally. Verder geeft het infobord in de hal aan in welke zaal de Rabobank, KNVB en andere organisaties bijeen zijn. Dit is overduidelijk het grootste hotel van Twente sinds 21 jaar. Een keur aan gasten verblijft hier voor een korte borrel aan de bar tot soms wel een half jaar als longstayer. Menig expat, profvoetballer en interim-bestuurder heeft Hotel Hengelo als tijdelijk huis mogen beschouwen, met extra voorzieningen zoals een kitchenette, grotere koelkast en meer kastruimte dan op een normale hotelkamer.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “ (Woensdag 19 juni 2019, 10:18), Wikipedia
  2.   Weblink bron “Ik ga het niet over de appelmoes hebben” (14-01-2015), Tubantia