Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • loeft aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanloeven

loeft (…) aan

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanloeven
    • Jij loeft aan. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanloeven
    • Hij loeft aan. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanloeven
    • Loeft aan! 

Gangbaarheid