liepen naakt
- lie·pen naakt
vervoeging van |
---|
naaktlopen |
liepen (...) naakt
- meervoud verleden tijd van naaktlopen
- Wij liepen naakt.
- Jullie liepen naakt.
- Zij liepen naakt.
- Wij liepen naakt.
- Het woord liepen naakt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.