Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lep·te

Werkwoord

vervoeging van
leppen

lepte

  1. enkelvoud verleden tijd van leppen
    • Ik lepte. 
    • Jij lepte. 
    • Hij, zij, het lepte. 


Tsjechisch

Uitspraak
Woordafbreking
  • lep·te

Zelfstandig naamwoord

lepte

  1. vocatief enkelvoud van lept