lehavdiel

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  lehavdiel    (hulp, bestand)
• IPA: /ləhɑv'dil/
• Sofeer: ləhavdiel

Woordafbreking

• le·hav·diel

Woordherkomst en -opbouw

• Herkomst: Hebreeuws, letterlijk: 'om te onderscheiden'

Zelfstandig naamwoord

lehavdiel

1. (Jiddisch-Hebreeuws) woord dat wordt geplaatst voor of tussen twee onverenigbare begrippen (heilig-profaan, levenden-doden, enz.)

Verwante begrippen

• Jiddisj: lehavdel

Gangbaarheid

• Het woord 'lehavdiel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.