legden in
- leg·den in
vervoeging van |
---|
inleggen |
legden (…) in
- meervoud verleden tijd van inleggen
- Wij legden in.
- Jullie legden in.
- Zij legden in.
- Wij legden in.
- Het woord legden in staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.