Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • leg over
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
overleggen

leg over

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overleggen
    • Ik leg over. 
  2. gebiedende wijs van overleggen
    • Leg over! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overleggen
    • Leg je over? 
Verwante begrippen


Gangbaarheid