Engels

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
layer layers

Zelfstandig naamwoord

layer

  1. laag
  2. (persoon) legger, iemand die iets plaatst
  3. (dierkunde) legger (van ei)

Werkwoord

layer

  1. overgankelijk in lagen verdelen of opdelen
  2. overgankelijk met lagen opbouwen of presenteren

Gangbaarheid

100 % van de Amerikanen;
100 % van de Britten.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 18 februari 2020 “Measures of word prevalence for 61,800 English words” op ugent.be