landsmannen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: landsmannen (hulp, bestand)
- IPA: /ˈlɑntsmɑnə(n)/
Woordafbreking
- lands·man·nen
Woordherkomst en -opbouw
- landsman met de uitgang -en
Zelfstandig naamwoord
de landsmannen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord landsman
- Anderen hebben de juistheid van deze stelling aangevochten en gezegd, dat op de tribunes het langste en luidste gejubel opging, wanneer de eigen landsmannen een doelpunt maakten. [1]
- (…) de Priesters zullen gekleed gaen als lands-mannen borgers oft inwoonders der Steden , met gedekte hoofden, (…) [2]
Synoniemen
Verwijzingen
- ↑ Aardweg, H.P. van denin Horeca, geciteerd in: "Uit andere bladen. Voetbal en toerisme" in: Leeuwarder courant jrg. 217 nr. 281 (28 november 1968); p. 2 kol. 2; geraadpleegd 2016-01-11
- ↑ Spanoghe, C.M.De zes-en-tagentig wonderbaere gezigten ofte rampspoedige voorzeggingen van den verligten Jonas der agthiende eeuw over het trotserende Nederlands Ninive. (1784) 'gedrukt buiten Enkhuizen'; p. 107; geraadpleegd 2016-01-11