landbouwhuisdieren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: landbouwhuisdieren (hulp, bestand)
- IPA: / ˈlɑndbɑuˌhœysdirə(n) / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- land·bouw·huis·die·ren
Woordherkomst en -opbouw
- landbouwhuisdier met uitgang -en
Zelfstandig naamwoord
de landbouwhuisdieren mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord landbouwhuisdier