landbouwhuisdier
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: landbouwhuisdier (hulp, bestand)
- IPA: / ˈlɑndbɑuˌhœysdir / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- land·bouw·huis·dier
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van landbouw zn en huisdier zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | landbouwhuisdier | landbouwhuisdieren |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het landbouwhuisdier o
- (landbouw) beesten die mensen in de eerste plaats houden om er nut van te hebben
- Embryosplitsing is al langer beproefd, bijvoorbeeld bij landbouwhuisdieren zoals koeien en schapen. [1]
Antoniemen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord landbouwhuisdier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Wetenschappers klonen voor het eerst een primaat (14 januari 2000) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2017-05-31