• la·get
Naar frequentie 56159

laget, o

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van lag


  • la·get
Naar frequentie 654

laget

  1. verleden tijd van lage
  2. voltooid deelwoord van lage

laget, o

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van lag


  • la·get

laget, o

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van lag

laget, o

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van lage


  • la·get

laget, o

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van lag