laagvertrouwensamenleving

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • laag·ver·trou·wen·sa·men·le·ving
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord laagvertrouwensamenleving laagvertrouwensamenlevingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de laagvertrouwensamenlevingv

  1. maatschappij waarin mensen over het algemeen weinig vertrouwen hebben in de overheid

Gangbaarheid