Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • laag·ge·let·ter·de

Bijvoeglijk naamwoord

laaggeletterde

  1. verbogen vorm van de stellende trap van laaggeletterd
     Ook wordt in het manifest gesteld dat er meer aandacht moet komen voor laaggeletterde ouderen. Die moeten meer taallessen krijgen.[1]
enkelvoud meervoud
naamwoord laaggeletterde laaggeletterden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de laaggeletterdev / m

  1. iemand die niet goed kan lezen en schrijven
     Nederland telt 2,5 miljoen laaggeletterden - mensen die het Nederlands onvoldoende machtig zijn.[2]
     Het leesniveau onder 15-jarigen holt hard achteruit. Internationaal gezien scoort Nederland op het gebied van leesvaardigheid nu onder het gemiddelde. Drie jaar geleden stonden we op de 12de plek, nu plaats 23. Bijna een kwart van de jongeren loopt het risico de schoolbanken als laaggeletterde te verlaten.[3]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Kinderen lezen steeds slechter, nieuwe oproep tot leesoffensief” (Dinsdag 13 oktober 2020), NOS
  2.   Weblink bron “'Laaggeletterden willen zich ook redden op Facebook'” (Woensdag 20 april 2016), NOS
  3.   Weblink bron
    Floor Ligtvoet en Karel Ornstein
    “De strijd van de bieb om de puber die niet lezen wil” (Dinsdag 11 februari 2020), NOS