laadstationbouwer

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • laad·sta·ti·on·bou·wer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord laadstationbouwer laadstationbouwers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de laadstationbouwerm

  1. bedrijf dat laadstations bouwt
    • De omzet van de laadstationbouwer is in het afgelopen jaar verdubbeld.