laadde uit
- Geluid: laadde uit (hulp, bestand)
- laad·de uit
vervoeging van |
---|
uitladen |
laadde uit
- enkelvoud verleden tijd van uitladen
- Ik laadde uit.
- Jij laadde uit.
- Hij, zij, het laadde uit.
- Ik laadde uit.
- Het woord laadde uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.