kwis
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kwis
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kwis | kwissen |
verkleinwoord | kwisje | kwisjes |
Zelfstandig naamwoord
de kwis m
- (spel) spel waarbij de deelnemers vragen moeten proberen te beantwoorden
Synoniemen
Hyponiemen
Nedersaksisch
Zelfstandig naamwoord
kwis