Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kwa·men sa·men
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
samenkomen

kwamen (…) samen

  1. meervoud verleden tijd van samenkomen
    • Wij kwamen samen. 
    • Jullie kwamen samen. 
    • Zij kwamen samen. 

Gangbaarheid