kukelden af
- Geluid: kukelden af (hulp, bestand)
- ku·kel·den af
vervoeging van |
---|
afkukelen |
kukelden (...) af
- meervoud verleden tijd van afkukelen
- Wij kukelden af.
- Jullie kukelden af.
- Zij kukelden af.
- Wij kukelden af.
- Het woord 'kukelden af' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.