• kracht·pat·se·rij
enkelvoud meervoud
naamwoord krachtpatserij krachtpatserijen
verkleinwoord

de krachtpatserijv

  1. het duidelijk tentoonstellen van de kracht die men bezit
     In menig sprookje en in veel bruidwervingsverhalen spelen typisch mannelijke gedragsvormen als bluf, bravoure krachtpatserij en geweldpleging een voorname rol.[1]
     De behandelingen passen in de wetenschappelijke aanpak die Berkhahn voorstaat. Na zeven jaar krachtpatserij bij weer en wind in een onoverdekt zwembad aan de Zuid-Franse kust is Van Rouwendaal de wereld van hartslagmeters, stroombaden, hoogtestages, lactaatmetingen en hypoxia binnengetreden. Hypoxia staat voor trainingsvormen waarbij door middel van het opzetten van een zuurstofmasker een verblijf op hoogte wordt gesimuleerd.[2]



  1. Jan Valentijn Meininger
    “Vertoog over de liefde” (1987), Het Spectrum  , ISBN 9027418063
  2.   Weblink bron
    Luuk Blijboom
    “Van Rouwendaal: meer kilometers, minder pijn na trainerswissel” (Zaterdag 13 maart 2021, 08:02), NOS