• kookt voor
vervoeging van
voorkoken

kookt (...) voor

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorkoken
    • Jij kookt voor. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorkoken
    • Hij kookt voor. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van voorkoken
    • Kookt voor!