Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kon·dig·den aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aankondigen

kondigden aan

  1. meervoud verleden tijd van aankondigen
    • Wij kondigden aan. 
    • Jullie kondigden aan. 
    • Zij kondigden aan. 


Gangbaarheid