• kom·men·de
  • Afleiding van het Deense werkwoord komme met het achtervoegsel -ende
Naar frequentie 3625
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
g enkelvoud kommende
o enkelvoud kommende
meervoud kommende
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
kommende

kommende

  1. komend, toekomstig

kommende

  1. onvoltooid deelwoord van komme


  • kom·men·de
  • Afleiding van het Noorse werkwoord komme met het achtervoegsel -ende
Naar frequentie 5590
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud kommende
o enkelvoud kommende
meervoud kommende
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
kommende

kommende

  1. komend, toekomstig
  • kommende slekter
komende generaties
toekomstige generaties

kommende

  1. onvoltooid deelwoord van komme