• kom over·een
vervoeging van
overeenkomen

kom overeen

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overeenkomen
    • Ik kom overeen. 
  2. gebiedende wijs van overeenkomen
    • Kom overeen! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overeenkomen
    • Kom je overeen?