Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ko·long
enkelvoud meervoud
naamwoord kolong kolongs
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de kolongm

  1. palen waarop een huis gebouwd was of waarop een bed geconstrueerd was, alsmede de ruimte ertussen in het Nederlands-Indië van weleer
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie