kokende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ko·ken·de
Werkwoord
vervoeging van: | koken |
kokende
- verbogen vorm van kokend, het onvoltooid deelwoord van koken
Bijvoeglijk naamwoord
kokende
- verbogen vorm van de stellende trap van kokend
vervoeging van: | koken |
verbogen vorm: | kokendee |
kokende
kokende