Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • koens

Bijvoeglijk naamwoord

koens

  1. partitief van de stellende trap van koen


Deens

Uitspraak
Woordafbreking
  • ko·ens
Naar frequentie 69647

Zelfstandig naamwoord

koens

  1. genitief onbepaald gemeenschappelijk geslacht enkelvoud van ko