knuppelgardisten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: knuppelgardisten (hulp, bestand)
- IPA: / ˈknʏpəlɣɑrˌdɪstə(n) / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- knup·pel·gar·dis·ten
Woordherkomst en -opbouw
- knuppelgardist zn met de uitgang -en
Zelfstandig naamwoord
de knuppelgardisten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord knuppelgardist
- ▸ ⧖ Tijdens de opstootjes in de wijk Wedding te Berlijn heeft de „Vorwärts" beweerd, dat nu en dan agenten in burgerkleeren onbarmhartig op onschuldige voorbijgangers lossloegen. De „Vorwärts" is deswege vervolgd en gisteren overeenkomstig den eisch van het O.M. tot 200 Mark boete veroordeeld, ook wegens het gebruiken van de aanduiding „knuppelgardisten.”[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'knuppelgardisten' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Buitenlandsche berichten. in: De Avondpost, jrg. 27 nr. 7932 (29 maart 1911), De Avondpost, 's-Gravenhage, p. 1 kol. 3