Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • knoop·ten op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
opknopen

knoopten op

  1. meervoud verleden tijd van opknopen
    • Wij knoopten op. 
    • Jullie knoopten op. 
    • Zij knoopten op. 


Gangbaarheid