knoffelend
- Geluid: knoffelend (hulp, bestand)
- IPA: /ˈknɔfələnt/
- knof·fe·lend
vervoeging van: | knoffelen |
verbogen vorm: | knoffelende |
knoffelend
- onvoltooid deelwoord van knoffelen
- En maar weinigen is het geluk beschoren te mogen optreden in een echt cultureel centrum, de meesten behelpen zich met een club- of dorpshuis, een schuur, of staan tussen de schuifdeuren op de alleen knoffelend te bereiken bovenverdieping van een café, die „zaal" neet. [1]
- Het woord 'knoffelend' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ "Toneelvoorzieningen (1)" in: Leeuwarder Courant jrg. 228 nr. 52 (1 maart 1980); p. 45 (sneon & snein 21) kol 2; geraadpleegd 2016-08-10