Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • klok·ke
Woordherkomst en -opbouw

Bijwoord

  1. precies op het ronde uur (altijd in verbinding met een telwoord dat aangeeft om welke tijd het gaat)
     De laatste dag van maart om klokke vijf krijgen vrijwel alle laatstejaars scholieren in Amerika de uitslag van de universiteiten waarvoor ze zich hebben aangemeld.[1]
Typische woordcombinaties
  • klokke twaalf: precies om twaalf uur

Werkwoord

vervoeging van
klokken

klokke

  1. aanvoegende wijs van klokken
    • Wie niet afhankelijk wil zijn van de officiële tijdwaarneming, klokke zelf met de hand. 

Gangbaarheid

37 % van de Nederlanders;
48 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Pia de Jong
    “Missie geslaagd” (12 april 2016) op nrc.nl  
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be