Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kleur·de aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aankleuren

kleurde (...) aan

  1. enkelvoud verleden tijd van aankleuren
    • Ik kleurde aan. 
    • Jij kleurde aan. 
    • Hij, zij, het kleurde aan. 

Gangbaarheid