Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kleef·de aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aankleven

kleefde aan

  1. enkelvoud verleden tijd van aankleven
    • Ik kleefde aan. 
    • Jij kleefde aan. 
    • Hij, zij, het kleefde aan. 


Gangbaarheid