Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • klap·lui·zen
Woordherkomst en -opbouw
  • klapluis met uitgang -en, waarbij de slotmedeklinker weer stemhebbend wordt

Zelfstandig naamwoord

de klapluizenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord klapluis

Gangbaarheid